“Mijn job beperkt zich niet tot het louter technische, maar is ook heel menselijk”

Kurt Leen | Medewerker IT - systeembeheer

Kurt Leen werkte meer dan 9 jaar bij Ziekenhuis Maas en Kempen in Maaseik, voordat het ziekenhuis fuseerde met het ZOL. Als IT-specialist met bakken (internationale) ervaring zorgt hij ervoor dat alle informaticasystemen werken en zijn zorgcollega’s hun job kunnen doen. “Het maakt niet uit welke functie je hier hebt, we proberen elkaar te begrijpen en kunnen heel wat van elkaar bijleren.”

Een IT-job in een ziekenhuis is geen evidente carrièrekeuze. Hoe ben je in de zorgsector terechtgekomen?

Kurt: “Na mijn studies ben ik toevallig terechtgekomen in de zorg, bij AZ Klina in Brasschaat. Daar ben ik weggekaapt door een grote multinational in de privésector, waarvoor ik jaren heb gewerkt op verschillende locaties in binnen- en buitenland. Letterlijk van Afrika tot in Amerika. Dat was natuurlijk heel interessant, maar op een gegeven moment leerde ik iemand uit Limburg kennen en wilde ik meer in België zijn. Het was dus voornamelijk omwille van de liefde dat ik bij het ZOL, toen nog Ziekenhuis Maas en Kempen, aan de slag ging.”

“Veel mensen staan er niet bij stil hoeveel informatica er in een ziekenhuis aanwezig is”

Vertel eens: hoe complex is IT in een ziekenhuis?

Kurt: “Veel mensen staan er niet bij stil hoeveel informatica er in een ziekenhuis aanwezig is. Als patiënt kom je binnen, krijg je een etiketje om je in te schrijven, die informatie wordt doorgestuurd naar de nodige systemen en komt binnen op de juiste afdeling. Als je een scan laat maken, komt dat bijvoorbeeld binnen op het werkstation van de radioloog, die dan zijn protocollen opnieuw doorstuurt. Tijdens een digitaal operatiekwartier moeten we ervoor zorgen dat er geen vertraging zit op de beelden en dat die binnen de 20 milliseconden aankomen. Dan heb je nog het labo, de medische dossiers en insulineapparaten, maar ook de randapparatuur, de keuken, temperatuurbewaking en camera’s. Er komt enorm veel informatie binnen bij systemen die ook nog eens met elkaar gekoppeld zijn: dat is enorm boeiend.”

Je komt dus met veel systemen, maar ook met veel collega’s in contact. Hoe ervaar je dat?

Kurt: “Inderdaad. We werken hier met een vrij klein IT-team. Het voordeel en het nadeel tegelijk dat je hier heel veel mag en moet doen. Dat kan intens en vermoeiend zijn, maar is ook enorm leerrijk. Soms moet ik een collega uitleggen hoe hij een systeem correct moet gebruiken, of dan vraagt een collega of de ‘hematocrietwaarden’ in zijn systeem wel kloppen. Het maakt niet uit welke functie je hier hebt, we proberen elkaar te begrijpen en kunnen zo nu en dan heel wat van elkaar bijleren. De job beperkt zich niet tot het zuiver technische, maar er zit veel menselijkheid in. En dat is net het interessante.”

Wat vind je zo fijn aan werken in een ziekenhuis?

Kurt: “Als algemene informaticus ben ik elke dag bezig met software-upgrades, pc-problemen bij collega’s oplossen en een overzicht proberen te houden in de grote informatiestroom. We krijgen daarbij een grote vrijheid en worden – in tegenstelling tot vaak in de privésector – niet in een straatje geduwd. Ieder heeft wel zijn specialisatie maar als je een extra opleiding wil volgen, houdt niemand je tegen. Ik heb altijd gezegd dat de dag waarop ik niet meer graag kom werken, ik ermee stop. En ik zit hier nog steeds na bijna 10 jaar!”

“Het maakt niet uit welke functie je hier hebt, we proberen elkaar te begrijpen en kunnen heel wat van elkaar bijleren”

Is er een moment in je ZOL-carrière dat je altijd zal bijblijven?

Kurt: “Een moment dat een enorme indruk heeft nagelaten, was mijn contact met een patiënt een aantal jaren geleden, in het oude gebouw van het Ziekenhuis Maas en Kempen nog. We mogen normaal gezien geen IT-problemen van patiënten zelf oplossen maar toen een palliatieve patiënt geen internetverbinding meer had en in contact wilde blijven met zijn kinderen, mocht ik van mijn bazin per uitzondering gaan helpen. Ik verwachtte een oudere persoon, maar kwam terecht bij een man die twee jaar jonger was dan ik. Dan krimpt je hart ineens in elkaar en stel je je perspectief op de wereld wel even bij.”

“De dag waarop ik niet meer graag kom werken, stop ik ermee. En ik zit hier nog steeds na bijna 10 jaar”