Overslaan en naar de inhoud gaan

Handhygiëne

Aan handhygiëne moet gezien het belangrijk aandeel bij overdracht van besmettingen bijzondere aandacht besteed worden.

De basisvereisten hygiëne en infectiepreventie gelden voor alle medewerkers van het ziekenhuis.

Het dragen van kunstnagels is verboden.De nagels zijn proper en kortgeknipt en vrij van nagellak.

Er worden geen juwelen (armbanden, ringen, trouwringen, polshorloge, …) gedragen aan handen en polsen. De medewerkers op administratieve diensten of cellen die geen patiënten- of zorg klinisch contact hebben worden vrijgesteld van de voorschriften rond het dragen van juwelen, kunstnagels en nagellak. Indien deze groep administratieve medewerkers om een bepaalde reden wel zorg-klinisch contact dienen te hebben met patiënten , zijn ze verplicht aan de voorwaarden van handhygiëne te voldoen. Bijkomend dienen zij desgevallend korte mouwen te dragen of de mouwen op te stropen.

Handen MOETEN GEWASSEN worden:

  • bij het begin en het einde van elke stagedag;
  • bij zichtbare bevuiling;
  • na bezoek aan het toilet.
  • bij bepaalde besmettingen

Handen moeten ONTSMET worden

  • voor en na ieder rechtstreeks contact met de patiënt
  • onmiddellijk voor een zuiver/invasie handeling
  • na blootstelling aan lichaamsvochten en slijmvliezen
  • na contact met de directe omgeving BIJ VOORKEUR worden de handen ontsmet met Alcogel en dit telkens er een verpleegkundige interventie uitgevoerd wordt.

Een goede handontsmetting duurt minimum 30 seconden.
Opletten om na de handwassing NIET aansluitend nog een Alcogel-ontsmetting toe te passen. Op korte termijn is dit nefast voor de handen en kunnen de handen ruw worden met pijnlijke kloven.

Leer om zoveel mogelijk handschoenen te dragen. Handschoenen MOETEN ALTIJD gedragen worden bij contacten met lichaamsvochten.
Het dragen van handschoenen wordt soms als een hinder ervaren bij het prikken van een infuus, vooral om de vena te palperen, toch dient de student zich ook hierin te bekwamen en dat kan alleen maar door het oefenen.

Haar, baarden en snorren

Het haar is verzorgd, baarden en snorren zijn goed verzorgd en kort geknipt.

Baarden mogen de kleding niet raken

Verpleegkundigen, verzorgenden, logistiek assistenten, paramedici: lang haar wordt opgestoken of bijeengebonden gedragen.

Piercings

Het dragen van zichtbare piercings (uitgezonderd kleine oorbellen) is verboden.

Gebruik van zakdoeken

Verpleegkundigen, verzorgenden, logistiek assistenten, paramedici

  • Tijdens de werkzaamheden worden papieren zakdoekjes gebruikt.
  • Na gebruik worden de zakdoekjes direct weggegooid en de handen gewassen of ontsmet. Gebruikte zakdoeken die in de werkkleding worden meegedragen, kunnen als besmettingsbron fungeren en iedere keer dat ze worden aangeraakt, de handen besmetten.

Eten, drinken

Werknemers nemen hun maaltijden in de daartoe aangeduide refter.
In ruimten waar wordt gewerkt met patiënten en patiëntenmateriaal (behandelkamer, spoelkeuken, laboratorium) wordt niet gegeten of gedronken.
Enkel afgedekte maaltijden mogen getransporteerd worden.

Roken

Er geldt een algemeen rookverbod in het ziekenhuis (Wet 22.12.2009). Enkel op plaatsen waar dat expliciet (voor personeel en studenten is er enkel een rokersplaats voorzien op campus Sint-Jan aan de spoedgevallendienst, op campus Sint-Barbara aan de hoofdingang, op campus Maas en Kempen aan de refter ) is aangeduid en enkel tijdens de koffiepauze en buiten de diensturen van de medewerker, kan er gerookt worden.

Bij niet-naleving kunnen sancties opgelegd worden (zie Artikel 34 sancties).

Werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen

Zichtbaar verontreinigde kleding wordt onmiddellijk vervangen door vers gewassen kleding.

Bij zorg-klinische activiteiten bij of in de nabijheid van de patiënt : steeds kledij met korte mouwen (maximale lengtetot juist boven de ellenboog).

Werkkleding bedekt steeds de eigen kleding (geen overschort met korte mouwen over de eigen kleding met lange mouwen). Topje of T-shirt met korte mouwen onder het vestje kan wel.

Over de werkkleding wordt geen persoonlijke kleding gedragen. Ook is het verboden om over de werkkleding lange kettingen of andere sieraden te dragen.

Werkkleding wordt in het ziekenhuis aan- en uitgetrokken, in de daarvoor voorziene kleedkamers.

Het is niet toegelaten het ZOL te verlaten in werkkleding.

Elke dag wordt vers gewassen werkkleding aangetrokken.

Schoenen en klompen moeten van glad, goed te reinigen materiaal en geruisloos zijn. Bij zichtbare verontreiniging moet het schoeisel worden schoongemaakt.

Om veiligheidsredenen van de werknemers wordt schoeisel, gesloten aan de tenen, geadviseerd.

Al de bovenstaande punten dienen in orde te zijn voor het betreden van de afdeling(en).